In verband met de dood van de soldaten Mark Schouwink en Dennis van Uhm door de explosie van een bermbom in het gebied Deh Reshan bij Tarin Kowt in Uruzgan heeft minister van Defensie Eimert van Middelkoop een brief geschreven aan de voorzitters van de Eerste en de Tweede Kamer.
De brief is gericht aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal en aan de voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal op het Binnenhof in Den Haag.
De brief is getekend op 18 april 2008 en draagt als kenmerk HDAB2008010788. Het onderwerp is: “Het overlijden van twee militairen in het Deh Reshan gebied”.
Kamerbrief bij sneuvelen twee militairen
Hierbij deel ik u mee dat tot mijn leedwezen op vrijdagochtend 18 april rond 07.30uur lokale tijd (05.00uur Nederlandse tijd) de 22-jarige soldaat der eerste klasse Schouwink en de 23- jarige eerste luitenant Van Uhm om het leven zijn gekomen door een aanslag. Luitenant van Uhm is de zoon van de Commandant der Strijdkrachten.
Tevens zijn bij deze aanslag een 20-jarige soldaat der eerste klasse en een 25-jarige korporaal der eerste klasse gewond geraakt. De toestand van de soldaat der eerste klasse is kritiek. Hij wordt momenteel behandeld in het hospitaal van Tarin Kowt. De toestand van de 25-jarige korporaal der eerste klasse is stabiel. De families zijn op de hoogte gesteld.
Alle militairen maken deel uit van het 45e pantserinfanteriebataljon dat is gelegerd in Ermelo.
De aanslag met de Improvised Explosive Device (IED) vond plaats op ongeveer twaalf kilometer ten noordwesten van Kamp Holland in het Deh Reshan gebied.
De eenheid, waartoe de slachtoffers behoorden, nam deel aan een grotere gecoördineerde operatie die gisteravond is beëindigd. Deze operatie had tot doel de situatie in dit gebied beter in kaart te brengen. De eenheden waren onderweg terug naar Kamp Holland.
Op het moment van de aanslag zaten alle slachtoffers in een voertuig dat deel uitmaakte van een colonne. De nadere toedracht van deze aanslag wordt zoals gebruikelijk onderzocht. Op basis van de beschikbare informatie is er geen enkele aanleiding om aan te nemen dat deze aanslag specifiek was gericht tegen de eerste luitenant Van Uhm.
In Uruzgan is de dreiging van IED’s vrijwel continu aanwezig. Twee weken geleden
zijn bij verschillende incidenten elf militairen gewond geraakt, van wie er één nog steeds in kritieke toestand verkeert. Hij wordt behandeld in het Centraal Militair Hospitaal in Utrecht.
IED’s zijn een veelgebruikt wapen van de Taliban. De militairen ter plekke zijn in staat een groot gedeelte van de IED-dreiging weg te nemen, maar het gevaar is nooit helemaal uit te sluiten. De gebeurtenissen van vandaag zijn daar het trieste bewijs van.
Namens het kabinet betuig ik mijn oprechte deelneming aan de nabestaanden van de omgekomen militairen en de families van de gewonden die zojuist dit vreselijke bericht hebben moeten ontvangen. De dood van Nederlandse militairen is telkens weer schokkend.
Ik heb grote waardering voor de bijdrage die de betrokken militairen hebben geleverd aan deze missie. Defensie zal er alles aan doen om de nabestaanden en de collega’s in Afghanistan in de komende periode de noodzakelijke zorg en steun te verlenen.
De lichamen van soldaat Schouwink en luitenant Van Uhm zullen zo spoedig mogelijk naar Nederland worden overgebracht. Op de internetsite van mijn ministerie is een condoleanceregister geopend.
DE MINISTER VAN DEFENSIE
E. van Middelkoop
vrijdag 18 april 2008
Kamerbrief bij het overlijden van de soldaten Van Uhm en Schouwink
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten